Drie jaar werken in Seedorf en wonen in Duitsland

Intro 1965 – 1969

Even in vogelvlucht: ik ben Gerard Gaarthuis en verantwoordelijk voor deze proza.

Een resumé: 2 december 1965, opkomst op Depot Koninklijke Marechaussee in Apeldoorn; 12 november 1966, wachtbrigade ’t Loo in Apeldoorn; 23 mei 1967, brigade Eindhoven; 1 augustus 1967, motorpool brigade Valkenswaard. Vanaf 14 februari 1968, de grensbrigade Valkenswaard was opgeheven, vielen wij onder de brigade Welschap in Eindhoven. 12 maart 1968, brigade IJmuiden. Detachering naar de wachtbrigade paleis ’t Loo van 16 juli 1968 tot en met 16 november 1968.

Volgens de organisatie had ik in 1966 een te korte periode wachtgelopen. Mijn verzoek om ontheffing van deze detachering werd afgewezen.
Vreemd, de leiding van de wachtbrigade was erg blij en opgelucht dat ik 23 mei 1967 naar de brigade Eindhoven vertrok. Dit ging zo snel dat niemand was ingelicht over mijn komst. Ik heb uren op het station in Eindhoven gestaan tot dat in de organisatie duidelijk was geworden wat mijn nieuwe standplaats werd. Welkom!

Koninginnedag 1970 op de Legerplaats Seedorf,
v.l.n.r Wmr I Sjef van der Zande, Wmr I Piet Sikkens, Marechaussee er 1e klasse Gerard Gaarthuis.

Op 1 september 1969, vertrok ik voor 3 jaar naar de Brigade Koninklijke Marechaussee in Bergen/Hohne (in Seedorf aangekomen werd mijn plaatsing zonder overleg, gewijzigd in Seedorf!) Van deze 3 jaar heb ik een overzicht gemaakt van het werken en wonen in Duitsland en in het bijzonder in de omgeving van de Legerplaats Seedorf.

1 september 1969 bracht Tiny (mijn toenmalige vriendin met wie ik inmiddels al vele jaren gelukkig getrouwd ben) mij naar het station in Uitgeest.

Vrij vervoer enkele reis naar Arnhem en de KMar VW bus.

De treinreis ging naar het station Arnhem. Vandaar ging het per KMar VW bus naar Seedorf. De chauffeur was dacht ik Mar I Egberink, hij werd met de VW bus gedetacheerd voor 2 maanden in Seedorf. In de bus zat nog een Marechaussee der I klasse, zijn naam weet ik niet meer, hij was voorbestemd voor de brigade Seedorf. De max snelheid van de VW bus was 80 km per uur, de reis duurde even.
Mijn slaapplaats in het brigade gebouw “Het Berghuijs”. Morgen de doorreis van mij naar de brigade in Bergen/Hohne.

Brigade Seedorf en rechts de CADI gezinswinkel. Boven de ingang van de brigade hangt een bord met de naam Generaal J.D.Berghuijs, oud commandant van de 41e Pabrig.

2 september 1969

Niet ik, maar mijn Mar I medereiziger ging naar Hohne. De reden daarvan werd mij niet gegeven! Volgens de organisatietabel was mijn functie motorrijder en ik werd ingedeeld bij de recherchegroep Seedorf, ook wel brigade Seedorf genoemd.

De recherchegroep bestond uit:

  • AOO J.F. Oele Hoofd recherchegroep en brigadecommandant;
  • OW A. Cornelissen plv brigadecommandant;
  • Wmr I Wout  van de Ham;
  • Wmr I Klaas Hoekstra, mijn mentor;
  • Wmr I Sjef van de Zande;
  • Wmr I Sake Tijsma;
  • Wmr I Lavalette;
  • Wmr I Piet Sikkens;
  • Mar I Peter Bothe;
  • Mar I Gerard Gaarthuis;
  • Detachementscommandant was Elnt  Cor Ruigendijk.

Later na aflossing kwamen deze collega’s er nog bij.

  • Wmr I Anne de Jong; 
  • Wmr I Ben in ’t Veld; 
  • OW Gerrit Piso, belast met verkeer;
  • OW B.Mol, plv brigadecommandant;
  • Wmr I S.W.E. Mestriner;
  • Wmr I A.G. Arie Tervooren; 
  • Wmr I B.Tj. Bart Rinkema;
  • Wmr I Ad. van Dijk;
  • Wmr I De Cock Mar I Ton Kusters.
Een van de weinige foto’s van mijn Puch 250 CC 2 tact.

De diensten waren als volgt geregeld:
dagdienst van ma t/m vrij van 08.00-12.00 en van 13.30-17.30 uur.
Ongeveer 1x per week piketdienst van 24 uur, van 13.00 tot de volgende dag 13.00 uur, ook in het weekend. Alle aanrijdingen, diefstallen, aangiftes enz. binnen die 24 uur waren voor de piket. Als er veel zaken tegelijk moesten worden afgehandeld kreeg je wel assistentie.
Verlof 1e voorstel, 5 weken werken en dan 10 dagen verlof. Dit werd op mijn verzoek 1x per 14 dagen een weekend vrij. De eerste keer met een lift naar huis. Daarna met mijn motorfiets. Vreemd was wel dat ik naar Nederland rijdende nooit pech had en richting Seedorf regelmatig. In oktober stortte de motor nabij Naarden (Puch 250 CC 2 tact)  totaal in.

Helaas nu weer met de bus vanaf het Achterdetachement S/H in Nunspeet. De terugreis af en toe liftend met Piet Sikkens tot Coevorden en daarna met de NS.

Links: bewaarplaats beschadigde auto’s achter het brigade gebouw. Van deze auto’s was door de eigenaar afstand gedaan of zij stonden daar voor een technisch onderzoek. Uitzicht vanuit mijn legeringskamer op de Brigade.
Rechts: onze VW Kever staat links achterin naast de kombie. Daarnaast het gebouw van de Brigade Koninklijke Marechaussee Seedorf.

Op de kopzijde van het gebouw van de Stafcompagnie Kazernecommando (Kazco) hing een schild met de afbeelding van een pelikaan. De bek van deze vogel is een vergaarbak. Het “Kazco” was dit ook, het bestond uit een verzameling van onderdelen die niet bij de gevechtseenheden waren ondergebracht zoals:

  • De Koninklijke Marechaussee;
  • Het keuken en kantinepersoneel;
  • De veldpost;
  • Het sportbureau;
  • Het geneeskundige personeel van het Kantonnements Zieken Verblijf (KZV);
  • Personeel van het Commando Nederlandse Troepen;
  • Personeel werkzaam bij het weekblad De Griffioen enz.

Begin jaren tachtig vond de toenmalige kazerneadjudant de pelikaan niet meer acceptabel. Ondanks dat ik hem heb uitgelegd waarom deze vogel werd gebruikt, kreeg hij het toch voor elkaar om een ander embleem te ontwerpen.

Het oude en nieuwe embleem van het Kasco; helaas moest de pelikaan uiteindelijk plaatsmaken voor de mammoet.

De mammoet is het wapen van het dorpje Seedorf en de vesting moet de Legerplaats Seedorf uitbeelden.

Werkzaamheden 1969

3 september 1969

Aanrijding tussen NL militaire vrachtauto en Nederlandse personenauto met BFG kenteken in Wistedt Kreis Bremervörde. Wat was de chauffeur blij dat ik arriveerde om hem te helpen.

Dit was de eerste te behandelen aanrijding van de vele tientallen die de komende 3 jaar zouden volgen. Op 5 september vertrok ik voor een escorte van een militair transport.

Uit de Legerkoerier, november 1968

2 Leopards type 1 tanks moesten op een oplegger met een Faun worden vervoerd van Seedorf via Meppen naar Baumholder en daarna moest 1 Leopard naar  München. Ik maakte deel uit van het KMar escorte. 2x Munga en verder 3 dpl Marechaussees van het peloton 41 Maresk op de lpl. Ik reed samen met Mar II Van Rijn. Wij waren aangewezen voor de rit naar München  De dpl Marechaussees Boersma en Boelema  gingen met 1 Leopard van Baumholder naar Meppen terug.

Een voorschot van 800 DM  gehaald voor het eten onderweg en de hotelkosten. Tiny gebeld om door te geven dat ik voorlopig onderweg ben.

Een kort verslag van deze reis:

Seedorf-Meppen, geen bijzonderheden. Van Meppen naar Baumholder, pech bij Koblenz op zaterdagavond. De uitlaat van onze Munga was roodgloeiend en zeer warm geworden. Via behulpzame Duitsers werd een Munga monteur die bij de Bundes Wehr (BW) werkte uit een kroeg gehaald. Hij fikste de uitlaat en wij konden een BW kazerne in Koblenz bereiken. De Fauns met de Leopards en de 2 ander marechaussees waren doorgereden naar Baumholder. Van Rijn en ik moesten wachten tot maandagochtend tot de garage op de kazerne openging. Zondag hebben wij Koblenz bekeken en hebben met een boot een Rijnreis gemaakt. Klik hier voor het routeoverzicht.

Officiële benaming vrachtauto Munga, 1/4 ton, 4×4. Munga is de afkorting van “Merhrzweck Universal Geleandefarzeug mit Allradantrieb”.

Maandag gingen de Duitse BW monteurs aan het werk. Zij waren zeer ontevreden over de aanpassingen die NL aan de Munga’s hadden uitgevoerd. De motoren waren als 2 tact geleverd maar NL moest zo nodig modificeren naar 4 tact motoren. Later die dag vertrokken wij naar Baumholder. Daar bleven wij enkele dagen. Wij mochten meerijden met een Leopard. Een spannende terreinrit.

Helaas hoorden wij dat een bezoek aan de Kraus Maffei fabriek in Munchen was komen te vervallen.  Zaterdag vertrokken wij naar Kassel. De fabriek van Krauss Maffei was eerst op maandag open. Zondag mochten wij met dit transport niet op de Autobahn rijden. Wij parkeerden ons transport op een parkeerplaats van een Autobahn Rasttätte. Bij toerbeurt bewaakten wij de voertuigen. Wij sliepen in Kassel in een hotel. Het tanken van de voertuigen vond plaats op een Belgische kazerne, kwartier te Gete. Helaas gebeurden er in Kassel enkele vervelende zaken. Een van onze  chauffeurs van een Faun stal een pistool met munitie van een Belgische wachtmeester. Met dit doorgeladen pistool zat hij ook in een Duits café in Kassel. Na terugkomst in Seedorf mocht ik daar een dik proces verbaal (PV) van maken. Hier enkele pagina’s uit dit PV.

Ook de Belgen (Rijkswacht) maakte een PV. De straf van de Nederlandse mobiele krijgsraad was 14 dagen detentie in Nieuwersluis.

Werkzaamheden gedurende de overige maanden in 1969:
Aan de hand van door mij bewaarde aantekeningen (kopieën van processen verbaal die ik heb gemaakt) volgt een selectie van enkele zaken die ik in deze periode heb afgehandeld bij de recherchegroep van de Brigade Seedorf:

  1. Diefstal en vernieling;
  2. Gevaarlijk inhalen;
  3. Diefstal horloge;
  4. Schieten op de legerplaats Seedorf;
  5. Staan en lopen op de invoegstrook van de B-71 voor Poort Zuid van de legerplaats. Dit was een extra aandachtspunt omdat op die plaats heel veel ongevallen plaatsvonden;
  6. Diefstal van een koffer en kleding.

Tijdens de winterperiode waren de banden van de KMar VW bus voorzien van spijkers. De zogenaamde spijkerbanden. Mijn eerste ervaring met deze banden, was op weg naar een aanrijding op de Autobahn 1. Daar waren zo’n 60 auto’s op elkaar gebotst. Daar zat ook een Nederlandse militair tussen. Wij (Wmr I K.Hoekstra en ik) reden daar op ons gemak heen. Pas toen wij uit de auto stapten, merkten wij dat de Autobahn spiegelglad was. Ik kon mij nog net aan de deur vasthouden. Helaas mochten wij deze banden later niet meer gebruiken omdat zij erg veel schade aanrichtte aan het wegdek.

Omslagfoto: embleem Koninklijke Marechaussee, tenue (1962) en veldtenue.

Naar het volgende deel: Privé en wonen in Duitsland


naar top↑