Het uitgaansleven van een Seedorfstrijder
Over een avondje uit tijdens mijn opleidingstijd in Vught kan ik kort zijn: “Platte Annie” in Cromvoirt. Het ligt voor de hand dat dit niet de officiële bedrijfsnaam van het café was; waarschijnlijk een verwijzing naar de fysieke kenmerken van de uitbaatster. Een ouderwetse dorpskroeg in het hart van Brabant. Of het nog bestaat weet ik niet…
Groot- en kleinvermaak

In Duitsland werd de horizon wat verbreed. Tijdens de weekends zochten de militairen hun vertier meestal ver buiten het kazerneterrein. Zeven, Selsingen en Bremervörde hadden, afgezien van enkele lokale café’s (zoals Mutti Müller die schatrijk moet zijn geworden dankzij de ‘Holländische Kundschaft’), verder weinig interessants te bieden. Nee, als de zaterdagavond was aangebroken werden de grenzen verlegd en koers gezet naar verdere bestemmingen zoals Stade of zelfs Hamburg en Bremen. Daar wachtte het grote avontuur! Ik heb nog steeds het idee dat Hamburg favoriet was, mede door de Reeperbahn en andere spannende uitgaansgelegenheden. Bovendien lag het met ruim 80 km afstand redelijk in de buurt van de legerplaats. Ook concerten van internationale artiesten zoals Melanie kon men in de grotere plaatsen bezoeken.
Maar ook een doordeweekse avond moest – als het even kon – de sleur van het soldatenleven doorbreken. En dat lukte doorgaans ook wel. Elke compagnie had zijn eigen bar, waar het gezellig en vooral betaalbaar was. De filmzaal bood dagelijks een ander programma, dat kon variëren van oude bioscoopsuccessen tot de nieuwste films die soms in Nederland nog in première moesten gaan. Je zat daar letterlijk voor een dubbeltje op de eerste rang, maar het comfort was navenant. Op zondagochtend was er ‘Cineac’; een soort doorlopende voorstelling van films en bioscoopjournaals. Je kon de zaal op elk gewenst moment betreden of weer verlaten. Regelmatig deed de filmzaal dienst als theater en waren er optredens van bekende, overwegend Nederlandse artiesten.
Voor 20 Pfennig een handvol kleingeld
De goklust werd bevredigd met een spelletje “Goldene Sieben”, een fruitautomaat aan de muur zoals deze in de meeste café’s te vinden was. Drie ronddraaiende schijven die je met wat handigheid elk op het cijfer 7 moest laten stoppen. Als je mazzel had kon je er een paar Mark mee verdienen. Niet veel, maar daar stond tegenover dat je je geluk al kon beproeven voor 10 of 20 Pfennig per spelronde.
En er waren natuurlijk ook nog de militaire tehuizen, broederlijk naast elkaar gelegen nét buiten het kazerneterrein en voor ons het makkelijkst te bereiken via de Godenstedtpoort. Het Protestants Militair Tehuis (PMT) en het Katholiek Militair Tehuis (KMT) hadden, zoals de namen al doen vermoeden, een religieuze signatuur. Het Humanistisch Militair Tehuis (HMT) hing weer een ander soort ‘geloof’ aan. Maar van de oorsprong was weinig te merken. In feite waren het goed georganiseerde instellingen, erop gericht om het de klandizie zo goed mogelijk naar de zin te maken.
Ik hield me niet zo bezig met de levensbeschouwingen van het PMT, KMT of HMT, wél wist ik dat er voor alle stromingen regelmatig diensten en andere bijeenkomsten werden gehouden.
Vaak werd de uitgaansavond gestart met een bezoek aan het PMT. Daar kon je voor weinig geld lekker eten, zij het dat het menu beperkt was. Desalniettemin heb ik er behoorlijk wat porties pommes frites met een Wiener schnitzel weggewerkt. Je bestelde aan de balie, kreeg een nummertje dat vervolgens werd afgeroepen zodra het voedsel bereid was.
In het PMT kon je ook telefoneren met de thuishaven, al moest je vooraf wel zorgen voor voldoende kleingeld om de verbinding in stand te houden, want bellen met het buitenland was in die dagen niet goedkoop! Er waren twee cellen, vaak met een lange rij wachtenden. Naast het KMT en de WZZ had óók de PMT een platenshop; de laatste verkocht zelfs 45-toerenplaatjes, je kon ze alleen niet beluisteren…
Daarvoor ging je naar het HMT, want daar was een speciale muziekkamer ingericht met een platenspeler, waar je je nieuwste aanwinst kon draaien. Best wel slim om zo in te spelen op de tekortkoming van de concurrent… Bovendien onderscheidde het HMT zich van de andere militaire tehuizen door sterk-alcoholische dranken te verstrekken. Niét puur, maar als mix. Irish Coffee bijvoorbeeld, was alleen hiér te koop! Maar ondanks deze extra’s was het er in mijn beleving nooit zo druk. Het pand had meerdere vertrekken en was modern ingericht maar de huiselijkheid ontbrak. Het HMT was meer het toevluchtsoord voor de studerende militair die rust verkoos boven gezelligheid.
Het KMT bood dat wel. Geen zithoekjes maar tafels met stoelen. Het had wel wat weg van een truckerscafé en vormde het ideale decor om gezellig met de maten een potje te kaarten of biljarten, lekker bij te kletsen of de correspondentie met het thuisfront af te werken. Het wil me niet te binnen schieten of je er ook kon eten. Waarschijnlijk niet, behalve dan misschien een kroket of broodje bal.
De uitgezonden soldaat had de pech langdurig van huis te zijn, maar het vermaak op en rond de kazerne was in ieder geval billijk geprijsd en in retrospectief waren er vele mogelijkheden om je vrije tijd plezierig en zinvol te besteden.
Klik hier voor een plattegrond van de legerplaats in 1970
Naar het volgende verhaal: Barpraat