Een overzicht van ruim 40 jaren in kort bestek
Over het achtste lustrum van Nederlandse troepen in Seedorf in 2003 zal destijds vast wel het nodige geschreven zijn, meer dan dat je op deze website terug kunt vinden. Maar het meest uitgebreide naslagwerk over deze 40-jarige periode zit wél in onze collectie, en bestaat uit maar liefst 252 (deels in het Duits vertaalde) pagina’s.
Voor wie vooral geïnteresseerd is in het verhaal maar geen behoefte heeft om zo’n dik boek door te ploegen is er nu een resumé beschikbaar, gepubliceerd door het magazine van de Nederlandse Officierenvereniging ‘Carré’, editie juli/augustus van dat jaar. De inhoud kwam tot stand in samenwerking met de Griffioenredactie. Weliswaar met een eigen invalshoek, waarin ook aandacht voor een stukje voorgeschiedenis (121 Librig) en vooral gericht op de herstructurering van de 41 Brigade in de loop der jaren. Knap staaltje werk, samengevat op vier A4-tjes.
Een voorproefje
“Op 15 december 1960 werd 121 Lichte Brigade opgericht, waarvan 102 en 103 Verkennings-bataljon, 104, 105 en 108 Compagnie Commandotroepen en 425 Compagnie Van Heutsz (mobiel) de hoofdmoot vormden. Opdracht was om in geval van een conflict naar de rivier Weser te verplaatsen en de taak van de Duitse Pantserdivisie 3 over te nemen: het beveiligen van de opmars en de ontplooiing van het Nederlands Legerkorps. In september 1961 vertrok deze met andere eenheden (bijvoorbeeld een geniebataljon) nog versterkte brigade voor minimaal drie maanden naar de Bondsrepubliek Duitsland (BRD). Vanaf 18 oktober 1961 was de legering van de versterkte 121 Lichte Brigade in Hohne en Fallingbostel een feit.
In 1962 begon een roulatieschema waarbij de verkenningsbataljons elkaar om de drie maanden aflosten. Om 121 Lichte Brigade op sterkte te houden verbleven ook elke drie maanden de tankbataljons van 1 en 4 Divisie in de BRD. De Nederlandse regering wenste deze vooruitgeschoven stationering los te zien van een eventuele permanente legering van een pantserinfanteriebrigade in de BRD. Daarvoor waren de problemen nog te groot. Herkenbaar, ook vandaag de dag weer, is het argument van de hoge kosten.
Seedorf komt in zicht dankzij kazerneruil

Staatssecretaris Calmeyer bleef vooralsnog van mening dat de Lichte Brigade naar Nederland moest terugkeren zodra de internationale spanning was verminderd, ofschoon de legerleiding de discussie met de Supreme Allied Commander Europe (SACEUR) en de Duitse autoriteiten over een permanente legering van Nederlandse troepen had hervat.
Calmeyer ging overstag toen de Duitsers een kazerneruil in combinatie met het gebruik van oefenterreinen voorstelden. Oefenterreinen voor regimenten en divisies waren er in Nederland niet, evenmin als schietbanen voor zwaarder geschut. Terreinoefeningen met tanks konden slechts in zeer beperkte mate plaatsvinden. SACEUR had liever gezien dat Nederland een complete divisie in de BRD zou stationeren, maar was met de legering van ruim drieduizend man redelijk tevreden. Nederland zou de legerplaats Budel, gelegen in Noord-Brabant, ter beschikking stellen van een Duitse opleidingseenheid. Legerplaats Budel was in 1955 gereed gekomen en aanvankelijk voor het houden van herhalingsoefeningen bestemd. Met enige vertraging ging het kabinet akkoord.”
Verder lezen via onderstaande link.
Bekijk het hier…
Klik op dit symbool voor het openen van dit artikel. Het document is beschikbaar als PDF om online te bekijken of te downloaden voor eigen gebruik.
Dit vind je misschien ook interessant:
- De kazerneruil Budel-Seedorf
- De crisis die leidde tot een kazerneruil
- Geschiedenis van legerplaats Seedorf
- Opheffing van de 41 Gemechaniseerde Brigade