Hoe gaat het nu met Joost?

Ik heb een leuke jeugd gehad met vader, moeder en 3 oudere zussen en opgegroeid in het centrum van Rotterdam. Leren was aanvankelijk niet aan mij besteed, want ik had meer interesse in de meiden, brommers en volleybal en dat was natuurlijk ook logisch.

Mijn vader wilde graag dat ik accountant werd en dat was na de mulo 4, waarvan ik het diploma met de hakken over de sloot haalde, mijn eerste baantje als 3e assistent. Ik haalde met pijn en moeite het praktijk diploma boekhouden (geschiedschrijven), vandaar toen de dienstplicht zich aandiende (69/5), dat ik eerst naar Kampen en na 2 maanden basisopleiding naar de OCMA in Middelburg werd gestuurd om pennenlikker te worden.

afb-wiegv-joost
Joost Laurense en Barend van den Eijkel.

Toen op naar Seedorf alwaar ik de eigenlijk de plaats van een beroeps ging invullen bij een compagnie van ouwe peuken die nog twee maanden moesten. Je kunt je voorstellen dat ik blij was met jullie komst want toen was ik ineens de ouwe. Maar goed, we hebben een hele leuke diensttijd gehad, maar van de laatste 2 maanden kan ik me niet zoveel meer herinneren en de oorzaak zal wel drank zijn. Ik heb mijn eerste grijs aan elkaar geniet ingeleverd en had me zelf al administratief RIM niet indeelbaar gemaakt. Wat RIM betekent weet ik niet maar het komt er op neer dat je niet meer op herhaling hoeft en de hele rotzooi gelijk in kan leveren, dat had ik bij de opleiding al goed in mijn oren geknoopt.

Joost en Cor van Mourik.

Na het afzwaaien ben ik in de zomer gelijk met mijn maatje Barend van den Eijkel op vakantie geweest naar Benidorm in Spanje en hebben daar flink de bloemetjes buiten gezet. Daar heb ik ook verkering gekregen met de vriendin van zijn vriendin en we zagen elkaar daarna bijna elk weekend om te stappen in 020. Na 2 jaar kwam ik mijn huidige vrouw tegen in Roosendaal alwaar ik haar volleybalteam trainde en het contact met Barend verwaterde helaas, maar zo lopen nu eenmaal de dingen. We zijn toen snel gaan samenwonen want we zagen het wel zitten met ons twee. Intussen had ik wel het licht gezien t.a.v. het studeren, want zonder papieren werd er geen groot geld verdiend en dat wilde ik toch wel, dus toen maar 14 jaar naar de avondschool (economie, makelaar en bouwkunde) en een carrière opbouwen in het onroerend goed want daar werd je snel rijk mee. Eerst 12 jaar bij een pensioenfonds, begonnen (1973) als manusje van alles en op het laatst verantwoordelijk voor het commerciële onroerend goed met een voorliefde voor het herontwikkelen van winkelcentra.

We kwamen er ondertussen achter dat we geen tijd hadden voor kinderen, want ik werkte, sportte en studeerde 100 uur in de week en mijn vrouw deed een professionele opleiding in Gouda tot pottenbakster en had een eigen winkeltje in het centrum van Vlaardingen. Bij het pensioenfonds vond men mij op een gegeven moment niet meer passen bij de grijze muizen uitstraling die ze nou eenmaal hebben en kreeg een mooi voorstel om te vertrekken. Ik had intussen een grotere auto dan de baas en dan roep je zoiets over jezelf af. Mijn volgende stap (1985) was adjunct directeur bij Multi Vastgoed in Gouda, een zeer goede ontwikkelaar, alleen kunnen ze er heel goed vermenigvuldigen maar zeer slecht delen dus na een boekjaar was ik daar weer weg. Ik was al een oude zakenrelatie tegengekomen en die wilde een onroerend goed fonds starten en dat werd VastNed. We gingen als een raket van start en in 1988 vroeg een grote Belgische bank (ASLK) of wij zo’n fonds voor hun klanten in Luxemburg wilden maken, dus ging ik met de vrouw daar naartoe om een nieuw fonds te creëren.

De bomen groeiden tot in de hemel niets was te gek, maar toen kwam eind 1990 ook een sterke terugval in de handel en moesten we de zaken saneren hetgeen er op neer kwam dat we de fondsen gingen samenvoegen en wij helaas naar Nederland terug moesten. Gelukkig hebben wij door de sanering de boel op de rails kunnen houden en konden we met ons kantoor in Breda fuseren en doorstarten. In 1993 kwamen onze droomboerderij tegen in Ooltgensplaat, een oude stee uit 1649 dus werk aan de winkel. In totaliteit hebben we 10 jaar verbouwd en is in de tussentijd ook de licht verstandelijk gehandicapte broer (59) van mijn vrouw bij ons ingetrokken en hebben we voor hem de paardenstal tot woning getransformeerd.

Ik was van plan om rond mijn 60ste te stoppen met werken dus zijn we in 2006 al begonnen om de boerderij te verkopen want als je vaak gaat reizen komt dan zoiets toch in verval want er zit toch behoorlijk wat werk aan. We hebben het geluk aan ons kont gehad want we waren in 2008 precies op tijd voor de crisis en konden nog een goeie prijs vangen en kon met een goede regeling uit de zaak stappen.

We hebben nu een heerlijk ruim huis in Klundert met uitzicht op de landerijen en wij wonen op de begane grond en mijn zwager heeft een ruim appartement op de 1ste verdieping. We gaan graag op pad met onze caravan richting de zon en genieten van het leven en hopen dat dat nog lang zal kunnen.

Tot zover mijn verhaal en mocht je willen reageren of een keertje komen buurten om oude verhalen op te halen, van harte.

Groet, Joost Laurense. 12 juni 2012

Terug naar hoofdstuk Wat is er geworden van…

klik hier

naar top↑