Hoe gaat het nu met Joep?
Voor mijn dienstijd (69/6) heb ik mijn jeugd doorgebracht in de ‘schôônste stad van het laand’, Tilburg. Ik kom uit een gezin van 4 jongens en was de oudste. Mijn vader was vanaf zijn 15e op de “Zuid” werkzaam, voor ingewijden was dat de Zuid Nederlands Maatkleding Fabriek in de Stedekestraat. Later is dat een moskee geworden. Mijn lagere school stond ook in de Stedekestraat onder leiding van de Fraters uit de Gasthuisring.

Na mijn lagere school heb ik nog een poging gedaan om een vervolgopleiding te volgen op de ULO. Maar na 3 jaar had ik het daar wel gezien. Mijn ouders waren nog van de oude stempel (niks mis mee trouwens) en deden de uitspraak: Niet leren? Dan maar werken! Na een driejarige opleiding als kapper langs diverse herenkapsalons in Tilburg kwam de oproep binnen voor de dienstplicht.
Allereerst een chauffeursopleiding in Venlo. Binnen 6 weken je rijbewijs halen en voor 10 gulden over laten schrijven voor een burgerrijbewijs. Via Vught naar Duitsland.
In mijn diensttijd waren mijn ouders verhuist naar Amstelveen. Reden hiervoor was de crisis in de textielindustrie in Tilburg in die jaren. Mijn vader kon een baan krijgen in Amsterdam bij V&D. Mijn broers bleven in Brabant en omdat Amsterdam het Mekka was op kappersgebied had ik besloten na mijn diensttijd in Amsterdam te gaan werken en weer bij mijn ouders te gaan wonen. Ik kwam terecht op het Osdorpplein in een kapsalon met 30 medewerkers waarvan 27 meisjes. Als een uit de zandgrond getrokken herenkapper was ik terecht gekomen in een Amsterdamse harem. De meeste klanten waren net verhuist uit de Kinkerbuurt. Het heeft een aantal weken geduurd voordat ik uit de shock kwam.
Na weer een ronde langs de diverse kapsalons in het Amsterdamse (zeer gebruikelijk in het kappersvak toen) en veelvuldig stappen ben ik 1974 mijn vrouw tegen gekomen in een café op het Stadionplein. Mijn vrouw, Joan, was in Nederland vanwege een hockeytoernooi samen met een vriendin. Zij was een roodharige Ierse vrouw, de droom van iedere man. Zij zat zomaar aan de bar. Van het een kwam het ander en we zijn al weer 37 jaar bij elkaar en hebben samen een dochter en een zoon en verwachten ons eerste kleinkind in januari 2012.
In 1983 ben ik mijn eigen kapsalon begonnen in Uithoorn en ben daar nog 3 dagen in de week in werkzaam met een aantal medewerksters. De rest van de tijd vul ik met een aantal bestuursfuncties in de plaatselijke sport en ondernemersverenigingen. Op deze wijze hoop ik nog een aantal jaren door te gaan.
Ik hoop op de eventuele volgende reünie aanwezig te kunnen zijn en houd ondertussen de website in de gaten. De foto van mij in ‘Barpraat’ herkenden mijn vrouw en kinderen meteen met de opmerking “Die blik is niet veranderd in al die jaren als je een borrel op hebt”
Uithoorn, november 2011.
Terug naar hoofdstuk Wat is er geworden van…