“We hopen snel duidelijkheid te krijgen”
SEEDORF – “We zetten de schouders er weer onder. Als echte ‘tankers’ blijven we fel en vasthoudend.” Hoewel luitenant-kolonel Gijs van Keulen is aangeslagen door het nieuws van de opheffing van 41 Gemechaniseerde Brigade in Seedorf, heeft hij het personeel aangespoord vooral niet te verslappen. Enerzijds gaat het om een erekwestie, anderzijds moet de eenheid in oktober onder de vlag van SFOR aan de bak in Bosnië. Het zal echter moeilijk zijn het hoofd erbij te houden, erkent Van Keulen, commandant van 101 Tankbataljon, een van de tien onderdelen van 41 Mechbrig. Uitgerekend in de uitzendperiode verwacht hij details over het sluitingsplan en over de sollicitatiemogelijkheden. Hij hoopt dat de landmacht-leiding voordien duidelijkheid kan geven. “Hoe kom je bijvoorbeeld aan een huis in Nederland?”
Het bericht van de voorgenomen opheffing van de deze zomer veertigjarige kazerne sloeg ter plekke in met de kracht van een bom. Op het terrein met zijn vele moderne en fris ogende gebouwen valt daar echter niks van te merken. De aanleg van een broodnodige rotonde gaat volgens plan door. Er zijn huurhuizen aangevraagd voor militairen die in de loop van dit jaar naar Zeven komen, de woonkern van de Nederlandse gemeenschap. Onderhuids echter woekert de onrust bij het merendeel van de 2500 burgers en militairen van 41 Mechbrig en van het Netherlands Army Support Agency Germany (NASAG) en hun gezinnen, bij elkaar circa vijfduizend zielen. De toekomst lijkt even onzeker als de ontwikkeling op de effectenbeurs. Krijg ik een overplaatsing naar een van de twee brigades in Nederland, 13 Mechbrig in Oirschot en ’43’ in Havelte? Behoud ik überhaupt werk? “We zijn benieuwd naar het sociale beleidsplan, in het geval dat we inderdaad dicht gaan”, zegt majoor Frans Verburg, hoofd van de Sectie Communicatie. Dat geldt ook voor korporaal-1 chauffeur Erwin Vermeij van 42 Bataljon Limburgse Jagers. Het liefst blijft hij in Zeven bij zijn daar geboren en getogen vriendin. Met als risico dat hij werkloos raakt, want als hij al in dienst blijft, dan zal hij naar Nederland moeten. En daar zit ‘m de kneep. Vermeij’s vriendin voelt niks voor verhuizen. “We zullen samen naar een oplossing zoeken”, vertelt de korporaal. “Misschien wordt het een weekendrelatie. Weinig is meer zeker. Door de grote saamhorigheid zal ik te zijner tijd met pijn in het hart afscheid nemen van deze legerplaats.”
LASTIG PARKET
Verderop in de belastingvrije winkel toont bedrijfsleider Peter Dasselaar zich de vleesgeworden nuchterheid. Hij maakte al eerder een opheffing mee en heeft goede ervaringen met herplaatsing. “Ik zal in Nederland wel weer een baan vinden, bij Defensie of daarbuiten”, weet hij stellig.
Dasselaar verkeert in een wat andere positie, omdat hij met gezin na enkele jaren Duitsland sowieso naar Nederland zou zijn teruggekeerd. Het neemt niet weg dat hij meeleeft met de mensen die mogelijk in een lastig parket terechtkomen. “Het lijkt wel alsof er weinig aandacht bestaat voor de enorme consequenties van de opheffing. Velen wonen lang in Zeven, hebben hier hun leven. Of ik de sluiting kan billijken? Nee. Bespaarde Defensie de afgelopen jaren al niet genoeg? Werken bij deze organisatie wordt steeds moeilijker”, aldus Dasselaar, terwijl om hem heen militairen en hun gezinnen inkopen doen in de belastingvrije winkel.
Ook bij bureau Gemeentezaken, te vergelijken met een gemeentehuis, is het een va-et-vient. NAVO kentekenplaten regelen, huisvesting-aangelegenheidjes bespreken, de molen draait als vanouds door. Naarmate de opheffing van 41 Mechbrig, waarschijnlijk medio 2005, naderbij komt, zal de werklast cynisch genoeg alleen maar groeien, verwacht bureauhoofd majoor Jan Beuckens. Huurwoningen worden overgedragen aan de directie Duitsland van de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen. Er zullen afspraken moeten komen met verhuisfirma’s. Gezinnen krijgen begeleiding bij het verhuizen. Belastingvrij in Duitsland gekochte auto’s moeten met hulp van de douane worden ingevoerd. De eerste zaken zijn al gedaan. Zo vroeg een in Seedorf te plaatsen militair Beuckens telefonisch of hij er verstandig aan doet te verkassen. “Ik kan me voorstellen dat hij nu gaat pendelen”, verzucht de majoor die de opheffing logisch noemt. Volgens hem liggen de exploitatiekosten van 41 Gemechaniseerde Brigade, vroeger 41 Lichte Brigade, hoger dan de zustereenheden in Oirschot en Havelte. Zo krijgt het personeel een huursubsidie, een buitenlandtoelage en twee keer per maand een reiskostenvergoeding naar Nederland. Volgens Beuckens zal de sluiting menig militair en burger financieel parten spelen, omdat de huren en prijzen van koopwoningen in Holland hoger liggen, weet hij. “Het vervelendste vind ik echter nog dat Defensie bij mijn weten voor het eerst personeel op straat zet.”
VEEL PLEZIER
Dat lot is Annemiek Tewinkel, plaatsvervangend bedrijfsleider van het Algemeen Militair Tehuis, beschoren. Ze vertrouwt echter op het sociaal plan van haar broodheer, de Stichting Algemene Militaire Tehuizen (AMT). “Maar”, zucht ze, “Zeven is wel al vijftien jaar mijn thuis. Wat moet ik in Nederland? Een nieuwe baan vinden is zowel daar als hier heel moeilijk.”
Bij het belendende 101 Tankbataljon (Regiment Huzaren Prins Alexander) waart de teleurstelling rond als een mot in een kledingkast. Bataljonsadjudant Ton Mulder rekende met elk scenario, behalve met een opheffing. “Dit raakt me diep. De huzaren en korporaals met hun korte contract fiksen het wel. Maar Beroeps Onbepaalde Tijd uit onze staf die niet meer de jongste zijn…, zij hebben een probleem. Hoe kom je bijvoorbeeld aan een huis in Nederland”?, peinst hij.
Commandant Van Keulen op zijn beurt zette in op een verhuizing van het 260 man sterke bataljon naar Soesterberg. Hij noemt het wrang dat 101 Tankbataljon in 1999 juist de Dumoulinkazerne in Soesterberg voor Seedorf verruilde. “Maar zoals gezegd zetten we onze schouders er weer onder. We draaien operationeel juist prima.”
De bemanning van de even buiten de poort gehuisveste brigade van de Koninklijke Marechaussee denkt er ook zo over, meldt adjudant Louis Koppen. “We zijn te professioneel
om ons negatief te laten beïnvloeden. Bovendien kunnen we allemaal rekenen op een herplaatsing in Nederland, al moet daar nog beleid voor komen.”
Voor de uitbundig besnorde Koppen kwam de opheffing niet als een donderslag bij heldere hemel. Na het einde van de Koude Oorlog heeft Defensie niks meer aan de oostgrens van Duitsland te zoeken, stelt hij vast. “Maar jammer is het allemaal wel. Als marechaussee krijg je in Zeven met andere facetten te maken dan in Nederland, zoals echtscheidingen en burenruzies. Je opereert ‘breed’ en internationaal.”
KEUZES MAKEN
Bij de te sluiten Nederlandse Oranje Nassauschool in Zeven hangt evenmin een bedrukte sfeer. Kinderen houden een generale repetitie voor de musical die avond; ouders halen als elke dag hun vrolijk kwetterende kroost op. Binnen in het fraaie pand toont directeur Eric Rijs zich evenwel bezorgd.
“Een kerngezonde school met 345 leerlingen bezit plotseling geen bestaansrecht meer”, zegt hij mistroostig. “We dachten dat het zo’n vaart niet zou lopen. De docenten moeten fundamentele keuzes maken over de toekomst. Proberen ze in Nederland aan de slag te komen of hier? We hopen snel duidelijkheid te krijgen. Maar we blijven tot de sluiting ons best doen.”
Tekst: Jack Oosthoek
Defensiekrant 10 juli 2003