Twintig jaar werken aan vrede en veiligheid
Vanaf het begin heeft de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) een gemeenschappelijk doel gehad: de collectieve verdediging van West-Europa en het voorkomen van agressie vanuit het oosten. In het kader van de ‘forward strategy’ (voorwaartse verdediging) werd besloten eenheden zo dicht mogelijk bij de grens tussen West- en Oost-Europa te legeren. Bij de verdeling van het te verdedigen gebied kreeg Nederland een gedeelte van de Noord-Duitse laagvlakte toegewezen. De Berlijnse crisis versnelde de ingezette procedure om een Nederlandse eenheid permanent te stationeren. Over de juiste locatie werd men het op hoog niveau niet zo snel eens; het was de toenmalige bevelhebber der landstrijdkrachten, luitenant-generaal F. van der Veen, die de knoop doorhakte: Seedorf. Met de Duitse autoriteiten werd een overeenkomst gesloten, waarbij Nederlandse eenheden in de zo goed als nieuwe kazerne in Seedorf, een klein plaatsje in Neder Neder-Saksen, trekken en Duitse eenheden in de legerplaats Budel in Noord-Brabant.
In 1963 betrokken de eerste eenheden van de ‘lichte brigade’, die tijdelijk in omgeving van Bergen/Hohne waren gelegerd, hun permanente behuizing in de Bondsrepubliek. Nu, in 1983, is Seedorf een begrip binnen de Koninklijke landmacht. Vele tienduizenden beroeps-, reserve- en dienstplichtige militairen hebben er in de loop van de afgelopen 20 jaar, misschien wel met gemengde gevoelens, voor kortere of langere tijd gediend.
Toen de ‘Legerplaats Seedorf’ eenmaal een feit was en een permanent karakter kreeg, kwamen ook de familie- en gezinsleden over uit Nederland. Huisvesting werd gezocht en gevonden in de omgeving en met name in en rond het stadje Zeven. Een stadje van circa 16.000 inwoners dat er in de afgelopen 20 jaar in feite alleen maar beter van is geworden. Meer eenheden, meer mensen, meer materieel, reorganisaties en veranderingen zijn die 20 jaar niet van de lucht geweest. Soms grote, soms kleine veranderingen. Zoals in 1966 de opheffing van het Intendancedetachement en de oprichting van de Bevoorradingscompagnie tot in 1983 de opheffing van 41 Verkenningseskadron en de oprichting van een ca. 25 man tellend Verkenningsdetachement.
OVERKOEPELEND COMMANDO
Welke eenheden bevolken in 1983 de Legerplaats Seedorf? Een volledige pantserbrigade, bestaande uit de Staf en stafcompagnie 41 Pantserbrigade, 42 Pantserinfanteriebataljon, 41 Afdeling veldartillerie, (nu nog) 41 Verkenningseskadron, en de 41 Pantserbrigade Treinenbataljon.
Als Legerkorpseenheid is aanwezig 41 Geniebataljon en als Divisie-eenheid 103 Verkenningsbataljon. Maar een zelfstandige militaire eenheid in het buitenland, (naast Seedorf kwamen in de loop van de jaren de eenheden die zijn gelegerd in Hohne en kazerne Langemannshof), vraagt om een overkoepelend commando: Commando Nederlandse Troepen Seedorf/Hohne/Langemannshof. Dat houdt in een staf, een kazerneadministratie, een welzijnszorggroep, een veldpost-detachement, een verkeersbureau, een detachement Koninklijke marechaussee, een Instructiegroep Lichamelijke oefening en sport en een Gewestelijk kantoor Sociale Dienst.
DE WAAKHOND MOET GELOOFWAARDIG ZIJN
Commandant 41 Pantserbrigade, tevens commandant Nederlandse troepen Seedorf/Hohne/Langemannshof, is brigadegeneraal C. Brouwer. Men kan gerust stellen dat brigadegeneraal Brouwer de legerplaats Seedorf kent: van 1967 tot 1969 was hij commandant 41 Pantsergeniecompagnie, die eerst in Seedorf was gelegerd, maar later is verhuisd naar Hohne, in de jaren 1972/1973 was hij bataljonscommandant van 41 Geniebataljon en sinds 1980 heeft hij zijn huidige functie. Twintig jaar Seedorf is voor generaal Brouwer ‘twintig jaar meewerken van Nederland aan vrede en veiligheid’.
“Wij moeten niet vergeten dat onze aanwezigheid hier op de Noord-Duitse laagvlakte een grote waarde heeft in het kader van de geloofwaardigheid van Nederland in bondgenootschappelijk verband. Met onze aanwezigheid maken wij duidelijk aan onze bondgenoten dat wij in geval van nood meedoen.
Met onze bondgenootschappelijke strategie van oorlogvoorkoming moet je in geval van nood in kunnen grijpen. Wij vormen hier een deel van de beveiligende strijdmacht met als hoofdtaak de potentiële vijand van avonturen af te houden. Daarnaast moeten wij in geval van agressie zoveel tijd winnen als nodig is om het Legerkorps volledig hier te brengen.
Wij moeten onszelf zien als een soort waakhond, die alleen afschrikt. Maar dan moet hij wel in de voortuin aanwezig zijn en niet liggen slapen in de achtertuin. En de waakhond moet geloofwaardig zijn, een felle keffer, die, als het erop aankomt agressief en offensief kan optreden. Dan alleen schrikt hij af.”
SEEDORF GROEIT UIT ZIJN JAS
Na een studie inzake de reactietijdverkorting heeft men de beslissing genomen geen tweede brigade in Duitsland te legeren, maar er zijn wel andere maatregelen genomen. Generaal Brouwer: “Die maatregelen houden onder meer in dat alle eenheden zoveel mogelijk op volledige sterkte worden gebracht, zonder klein-verlof eenheden. Zo krijgen we de brigade volledig paraat. En het plezierige is, dat wij ook met het beste materieel worden uitgerust dat de Koninklijke landmacht heeft en wij de beschikking krijgen over de beste mensen… Maar de Legerplaats Seedorf groeit uit zijn jas. Met het op volle sterkte brengen van de brigade en de invoering van nieuw materieel, en de daaraan verbonden personeelsconsequenties, is de behoefte aan infrastructuur aanzienlijk toegenomen. Momenteel bestaat er een ontstellend tekort. En niet alleen doordat er meer personeel is gekomen en er meer opslagruimte voor materieel nodig is. Want ook de normen zijn de afgelopen jaren veranderd. De Chef landmachtstaf heeft normen vastgesteld voor woon-, werk- en leefklimaat. Dat houdt in meer vierkante meters per man. Gemiddeld kan men stellen dat er in principe één vierkante meter per man bij moet; dat komt neer op circa 3000 vierkante meter erbij! Wij hebben een ontwikkelingsplan gemaakt dat in principe is goedgekeurd. Dus op middellange termijn wordt er hier bijgebouwd. Ik zou het ideaal vinden wanneer je deze kazerne niet verder zou uitbouwen, maar dat er in de omgeving een aparte bataljonskazerne zou komen. Je zou daardoor de legeringsdruk op deze beperkte ruimte kunnen verminderen. Je voorkomt daarmee ook dat je een te grote kazerne krijgt die te onpersoonlijk wordt. En de zo belangrijke sociale controle zou daarmee ook verdwijnen. Als commandant is het mijn taak om voor alle randvoorwaarden zorg te dragen die het verblijf van de Nederlandse troepen in Duitsland mogelijk maken.”
BETERE MOTIVATIE
Generaal Brouwer onderschrijft de stelling dat de dienstplichtigen in Seedorf beter gemotiveerd zijn dan in Nederland. “Ik spreek van uit ervaring die ik heb opgedaan in de vier jaar waarin ik commandant ben geweest van 101 Geniegevechtsgroep. Men is hier beter gemotiveerd omdat hier geen dienst bestaat van 08.00 tot 17.00 uur. Om 17.00 uur is de dienst hier niet afgelopen, ook in de weekends niet. Men trekt hier veel meer met elkaar op, men heeft meer contact met het kader. Men ontmoet elkaar ook na de dienst in de vele verenigingen en clubs. De dienstplichtigen worden hier geconfronteerd met het Oostblok, met die verschrikkelijke grens tussen oost en west. Zij zien dat het Oostblok zich inmetselt. Aan de andere kant heeft de man hier regelmatig contact met onze Duitse-, Amerikaanse- en Britse bondgenoten. En de Nederlandse soldaat wil niet de mindere zijn en dat werkt wel de motivatie in de hand. Ondanks het feit dat wij hier in Seedorf door het vele verlof minder tijd hebben dan in Nederland, hebben we toch betere resultaten. Kijk maar naar de prijzen bij het winnen van wedstrijden, zoals die van de pantserinfanteriepelotons en het mortierschieten. Ik ben erg voor wedstrijden, men werkt meer professioneel en het werkt niveauverhogend.”
PLEZIERIGE SFEER VAN WERKEN
Als commandant van de Nederlandse Troepen Seedorf/Hohne/Langemannshof wordt generaal Brouwer niet alleen in beslag genomen door de operationele samenwerking met onze bondgenoten over specifiek militaire zaken. Want hij heeft, in zijn hoedanigheid van commandant Nederlandse troepen Seedorf/Hohne/Langemannshof, ook nog een soort burgemeesterspet op. “Onze aanwezigheid met name in Seedorf vereist het onderhouden van de noodzakelijke relaties. Je kunt zeggen met de autoriteiten waarvan je hier afhankelijk bent: de Landesregierung, de Bezirksregierung, de mensen van de Landkreis en niet te vergeten de burgemeesters van de omliggende gemeenten. Zoals de stad Zeven waar een grote Nederlandse gemeenschap woont en de gemeente Selsingen waarin de legerplaats ligt.
En we hebben hier te maken met de militair en zijn gezin, de medische verzorging, scholen, de politiedienst, de veldpost, de welzijnszorg en de uitvoering van het Nato-statusverdrag voor wat betreft de belastingvrije voorzieningen. En niet te vergeten de aangelegenheden die te maken hebben met de burgerlijke stand; daarvoor bestaan uitstekende contacten met het Nederlandse consulaatgeneraal in Hamburg.” Brigadegeneraal Brouwer is van mening dat het regelmatig doorstromen van het personeel zeer nuttig is, ondanks het feit dat niet iedereen na een verblijf van drie jaren weg moet. “Wij moeten waken voor een apart leger, wij moeten niet vervreemden van de rest van de Koninklijke landmacht. En aan belangstelling om hier te dienen is geen gebrek. Er is nu een tendens dat men graag naar Duitsland komt niet alleen vanwege de faciliteiten, maar vanwege de plezierige sfeer van werken. Twintig jaar Seedorf wil ook zeggen: 20 jaar relaties onderhouden met de bevolking en de autoriteiten. Relaties die gelukkig zijn uitgegroeid boven het formele: zeer hartelijk.”
GEEN LEKKAGES MEER
Men kan stellen dat de kazerne in Seedorf in de loop van de afgelopen 20 jaar zeer intensief is gebruikt. Een dergelijk gebruik vereist veel onderhoud. De gebouwen hebben platte daken en 25 jaar na de bouw raakt de dakbedekking verweerd en er ontstaat lekkage. Dat bleek niet een kwestie van gaten dichtplakken, maar van een volledige nieuwe dakbedekking.
Een kostbaar project dat enige tijd heeft geduurd. “We zijn al 20 jaar aan het bouwen en we zullen nog wel 20 jaar blijven bouwen”, vertelt luitenant-kolonel J.H.A. Bollen van het Commando Nederlandse Troepen Seedorf/Hohne/Langemannshof en belast met de infrastructurele voorzieningen.
GEEN EIGEN OEFENTERREIN
De oefenmogelijkheden zijn de laatste jaren enigszins verbeterd, met name de nieuwe schietbanen tegenover de legerplaats. Het grote probleem in Seedorf is, dat men niet de beschikking heeft over een oefenterrein op compagnies eskadronsniveau. Men moet altijd ‘lenen’ bij de Duitsers en de Britten. Verder moet men buiten de oefenterreinen oefenen, dat het risico met zich brengt dat men de bevolking overlast bezorgt. En dat is nu juist iets waarop men in Seedorf zeer alert is.
RUIME HUISVESTINGSMOGELIJKHEDEN
Tussen de uitgestrekte bossen en moerassen in de Elbe-Wezer driehoek, tussen Hamburg en Bremen, ligt Zeven. Een stadje met zo’n 16.000 inwoners, het centrum van het omringende platteland van Niedersachsen en tevens woonplaats van ongeveer 600 Nederlandse gezinnen met circa 1.500 mannen, vrouwen en kinderen en enige honderden vrijgezellen. Voor de beroepsmilitair die in Seedorf wordt geplaatst zijn er diverse huisvestingsmogelijkheden. De ongehuwde en minderjarige militair heeft geen keus, die wordt binnen de kazerne gehuisvest. De overigen kunnen terecht in Rijkswoningen of in de particuliere sector. De Rijkswoningen vormen woonwijken, ‘Siedlungen’ waar uitsluitend Nederlandse militairen wonen. Afhankelijk van de grootte van de gezinnen en de rangen zijn woonblokken in de Siedlung gesitueerd. Het voordeel van het wonen in de Siedlung is dat alle buren Nederlands spreken en de kinderen hun klasgenootjes naast de deur treffen.
Een ander belangrijk voordeel is het vervoer van rijkswege voor de gezinsleden (voor schoolbezoek en dergelijke), de aanspraak op de komst van de Nederlandse huisarts voor een bezoek aan huis en het ontvangen van de veldpost aan huis, inclusief particuliere post en Nederlandse kranten. Ook de CADI-winkel en het Holland Huis zijn voor de jeugd op loopafstand gevestigd. Het nadeel van het wonen in de Siedlung is een zeker gebrek aan privacy. Zij die dat bezwaarlijk vinden, kunnen echter terecht in de particuliere sector.
MENSWAARDIG
Luitenant-kolonel-arts J.A. van den Eng is sinds jaar en dag de dokter in Seedorf en omgeving. “Het gaat in bijna alle gevallen goed met de mensen hier. Zo niet, dan bieden wij goede hulp zodat de mens weer gauw zelf zwemt, in plaats van bij ons aan het handje. Dat is het menswaardigst en voor iedereen het beste. Het probleem is, dat wij in een aantal gevallen onvoldoende professionele hulp kunnen bieden omdat wij natuurlijk niet over alle deskundige mensen beschikken. Over psychiatrische hulp, of andere medisch specialistische behandelingen kunnen wij niet beschikken. Ook leermoeilijkheden van kinderen zijn hier moeilijk op te vangen.”
SCHOLEN
De scholen voor de kinderen van het in Seedorf geplaatste personeel bevinden zich in ook in Zeven. De heer H. Dilling is als leerkracht verbonden aan de Nederlandse school. “Ik kwam in september 1963 naar Zeven. Zeven leerlingen en één onderwijzer. In november van dat jaar hadden we al 70 leerlingen. De groei ging snel, vijf jaar geleden hadden wij onze top met 410 leerlingen. Nu, in 1983, hebben we nog maar 270 leerlingen. Was er eerst alleen een lagere school met een zevende klas om de overloop op te vangen, in 1965 startten we met een MULO (vanaf 1968 MAVO) In het begin van de jaren zeventig kwamen daar HAVO en Atheneum bij en nog weer later LBO en LEAO. Een eigen schoolgebouw hadden we in die beginjaren niet. De Duitse school gaf (en geeft) les tot 13.00 uur, daarna trokken wij in de leslokalen. Er is ook een tijd geweest dat veel kinderen van beroepsmilitairen in verband met het onderwijs in Nederland bleven. Het onderwijs in Zeven loopt op het gebied van lesmethodieken, en dergelijke gelijk met de gemiddelde school in Nederland. De leerlingen op de HAVO en het Atheneum kunnen maar tot en met de derde klas les krijgen. Daarna moeten ze of naar Nederland, of overstappen naar het Duitse gymnasium in Zeven.”
DIENSTPLICHTIGEN HEBBEN UITSTEKENDE VERLOFREGELING
De plaatsing in Seedorf is ook voor een dienstplichtig militair duidelijk iets anders dan een plaatsing in Nederland. De paraatheidsregeling vereist ook in het vrije weekeinde een zekere aanwezigheid. Zo zijn er de aanwezigheidscontroles op zaterdagavond, zondagmiddag en zondagavond. Maar dat wordt gecompenseerd door een uitermate gunstige verlofregeling. Voor ongehuwde militairen geldt dat zij per 8 weken recht hebben op een periode van 10½ dag bewegingsvrijheid (de reisdagen inbegrepen), te beginnen op vrijdag 12.00 uur, het zogenaamde lange verlof plus het korte verlof, een periode van 4½ dag bewegingsvrijheid (de reisdagen inbegrepen) te beginnen op donderdag 12.00 uur. Voor beide periodes geldt dat men op maandag vóór 24.00 uur weer terug zijn bij het onderdeel.
ACTIEF EN PASSIEF RECREËREN
Tegen die soldaten die na de dienst door de week en in de weekeinden niet weten wat ze moeten doen, of zichzelf niet weten te amuseren, is geen kruid gewassen. Want aan mogelijkheden in en rond de legerplaats Seedorf om actief of passief te recreëren ontbreekt het zeker niet. De Welzijnszorg draait negen films per week, waarvan de matinee op zondag gratis. Regelmatig kan men naar een cabaret of andere voorstelling kijken. Verder zijn er in het ontspanningsgebouw van de WAZ, de Seesoos, een aantal hobbyclubs gevestigd, zoals: een fotohobbyclub, een houtbewerkings-, metaal-, een modelbouw-, een elektronica- en een kleihobbyclub. Daarnaast kan men lid worden van 23 verenigingen zoals:
— voetbalclub NSV De Griffioen
— vlieg- en paraclub Tus Zeven
— autohobbyclub de Griffioen
— schietvereniging Prins Willem Alexander
— tennisclub
— badmintonclub
— duikvereniging de Seester
— hengelsportvereniging
— kartingclub.
Dan is er nog in de buurt een watersportcentrum waar men kan (leren) zeilen en surfen, terwijl boten en surfplanken gehuurd kunnen worden. De meeste verenigingen krijgen jaarlijks een flinke subsidie in de vorm van in bruikleen geven van artikelen zoals de surfplanken. Die subsidie is afkomstig uit de ‘winst’ van het WZZ-winkelbedrijf. Luitenant-kolonel A.W. van Lokven, hoofd WZZ: “Wij moeten onze winkel zelf exploiteren, wij huren de winkelruimten en wij betalen zelf het personeel. Met uitzondering van mijzelf, en het hoofd van de administratie voor 50 procent. Belastingvrije artikelen wil zeggen, vrijstelling van Duitse omzetbelasting. Onze meest gevraagde producten zijn parfums, cosmetica en sportartikelen. De nettowinst moet volgens de voorschriften ten goede komen aan het leefklimaat van de Nederlanders. Dat komt onder meer overeen met het beschikbaar stellen van duurzame artikelen voor de verenigingen. Wij hebben momenteel onze administratie geautomatiseerd en ik moet zeggen: na enige kinderziekten loopt het nu feilloos.”
STUDIEBEGELEIDING IS MEER DAN GEVEN VAN VOORLICHTING
Een van de belangrijkste aspecten van de Welzijnszorg is de studie. Een groot aantal militairen heeft de weg naar de WZZ gevonden en volgt een studie via de WZZ. “In 1982 waren dat er 1.252”, vertelt de heer W. van Gils, studiebegeleider bij de Welzijnszorg. “De jongens staan niet alleen maar genoteerd als student, ze studeren daadwerkelijk serieus.” Studiebegeleiding is meer dan het geven van voorlichting. In Seedorf worden om de drie maanden de studieresultaten van elke student gecontroleerd. “De nieuwe manier van studiebegeleiding doen we sinds 1978. We hebben sinds die tijd een stijging van 320% in het aantal studerenden, en niet meer dan vier ‘opgevers’ per maand.”
KMT
Naast de studie, de clubs, de verenigingen, het stappen in een plaatselijke kroeg of disco, weet een groot aantal militairen de weg te vinden naar de goed florerende militaire tehuizen. Het Katholiek militair tehuis (KMT) blijkt het meest populair te zijn met ruim een half miljoen bezoekers per jaar en een omzet van rond de 2 miljoen mark.
KONTAKTEN EN HULPVERLENING
Tijdens twintig jaar Nederlandse militairen in Seedorf, West-Duitsland, zijn er veel kontakten gelegd en oefeningen geweest, met Duitse, Britse- Amerikaanse en Franse eenheden. Maar er zijn ook zogenaamde ‘Patenschaften’ met Duitse eenheden of met instellingen gesloten zoals, met een inrichting voor gehandicapten in Rotenburg en met een tehuis van gehandicapte kinderen in Selsingen. Dan zijn er de sportwedstrijden met militaire en civiele sportclubs. Maar 20 jaar Nederlanders in het noorden van Duitsland gaat ook gepaard met hulpverlening, zoals de aanleg van een voetbrug te Bremervörde, een ijsbaan in Seedorf, herstellen van stormschade, ruimen van een afgebrand jeugdhuis en hulp bij een dijkdoorbraak te Drochteren.
CADI-WINKEL POPULAIR
De middenstand van het stadje Zeven zag destijds de komst van de Nederlandse militairen met hun gezinnen met gemengde gevoelens tegemoet. Vooral toen bleek dat de eerste gezinnen voornamelijk bij de Amerikaanse PX en de Britse NAAFI-shop hun inkopen deden. En toen kwam de CADI-winkel die tot op de dag van vandaag zeer populair is. De CADI-winkel is er voor typisch Nederlandse producten die in Duitsland moeilijk of nauwelijks te krijgen zijn en voor gerantsoeneerde artikelen. De Duitse middenstand reageerde daarop door in hun eigen winkels ook de typisch Nederlandse producten te gaan verkopen. De CADI-winkel wordt momenteel aardig tot goed bezocht. Zoals onlangs uit een enquête is gebleken, is men tevreden over het assortiment, al ontbreken de typisch Nederlandse melkproducten en Nederlandse groenten, die in Duitse winkels nooit zo goed zijn als wij in Nederland gewend zijn.
Maar 20 jaar Nederlanders in en rond het stadje Zeven heeft het plaatselijk bedrijfsleven toch geen windeieren gelegd. Van een klein ingeslapen stadje is het in 20 jaar een goed florerende, moderne en goed uitziende stad geworden. De kinderhoofdjes van weleer die in de hoofdstraat lagen en waarover de Nederlandse en Duitse rupsvoertuigen met veel lawaai denderden, zijn verdwenen en asfalt is daarvoor in de plaats gekomen. De snelheid waarmee de motorvoertuigen door het plaatsje gingen wordt nu met behulp van stoplichten gereguleerd.
Een ander gevolg van 20 jaar lang jonge kerels die tijdens hun bewegingsvrijheid wel eens wat anders willen zien dan collega’s, zijn de Nederlands-Duitse huwelijken. Gemiddeld vinden er alleen in het stadje Zeven 15 huwelijken per jaar plaats tussen een Nederlandse militair en een Duits meisje. Niet alleen in de disco’s en andere vele dansgelegenheden in een ruime straal rond de legerplaats Seedorf vallen de Nederlandse jongens in de smaak. Want in hun doen en laten zijn ze dikwijls net even vlotter dan hun Duitse leeftijdgenoten, vertelt een van de echtgenoten van een sergeant-majoor die zelf ook van Duitse komaf is.
Op het stadhuis van Zeven is men ook best te spreken over 20 jaar Nederlanders in hun gemeente. “Die wisselingen door overplaatsingen zijn waarschijnlijk de reden dat de Nederlandse gemeenschap niet echt is geïntegreerd”, vertelt Stadtdirektor Kuhlmann. “Wij zijn eigenlijk die 20 jaar, in de beste verstandhouding overigens, naast elkaar blijven leven. Juist als iemand gewend was, verdween hij weer.”
FEESTWEEK
Van 3 tot 12 juni 1983 zal tijdens de ‘Deutsch-Niederländische Woche’ het 20-jarige jubileum samen met de Duitse bevolking worden gevierd. Uiteraard heeft dit gebeuren ook een officieel tintje, door de ontvangst van vele Duitse en Nederlandse prominenten. Maar één van de hoogtepunten zal ongetwijfeld zijn de ‘open dag’ van de Legerplaats Seedorf voor de Duitse bevolking. Alle ‘buren’ worden dan uitgenodigd om eens te kijken wat er zich nu binnen Kaserne Seedorf afspeelt. Door de burgemeester van Zeven, de heer H. Jürs zal samen met brigadegeneraal C. Brouwer, de officiële Duits-Nederlandse week worden geopend en talrijke culturele activiteiten zullen samen worden uitgevoerd. In die zelfde week zal ook de Zevener avondvierdaagse worden gelopen door Nederlanders en Duitsers. De festiviteiten waarbij de gehele Duitse burgerij is betrokken, zullen worden besloten met het ‘Stadtfest Zeven’, waarbij onder meer een concert door de Dutch Swing College Band op het programma staat.
Tekst: redactie Legerkoerier
Legerkoerier, mei 1983