De eerste 25 jaar

Op 16 oktober 1961 werd 121 Lichte brigade in Duitsland opgericht. De kern van deze brigade bestond toen uit 102 en 103 Verkenningsbataljon. Bovendien hoorden bij de brigade drie waarnemings- en verkenningscompagnieën (commando’s) en 41 Geniebataljon. De legering gedurende de eerste drie maanden was onder zeer slechte omstandigheden in de kazernes van Bergen en Fallingbostel.

Om de nadelen van onder meer het gescheiden gezinsleven en het ontbreken van herstel- en bevoorradingseenheden enigszins op te vangen, werd een roulatiesysteem ingevoerd. Na drie maanden werd 41 Pantserbrigade in Duitsland gelegerd. De beide eenheden zouden tot het voorjaar van 1963 een wisseling continueren. Toen besloten de Duitse en de Nederlandse regering namelijk een kazerne aan de buitenlandse strijdkrachten ter beschikking te stellen. De kazerne Budel (Eindhoven) werd de Duitsers toegekend. De Nederlandse militairen konden hun intrek nemen in de kazerne Seedorf.

Eind mei 1963 werd 121 Lichte brigade opgeheven en 41 Pantserbrigade definitief in Seedorf gestationeerd, een project dat september 1963 was voltooid. Op die datum waren in Seedorf 41 Geniebataljon, 42 Pantserinfanteriebataljon, 41 Afdeling Veldartillerie, 103 Verkenningsbataljon en 41 Brigade Verkenningseskadron geplaatst. 41 Tankbataljon bleef op de kazerne Hohne, samen met de inmiddels opgerichte 41e Pantsergeniecompagnie.

In de noodzakelijke verzorging van de brigade (bevoorrading, herstelwerkzaamheden en geneeskundige verzorging) werd pas in april 1966 voorzien. Toen werd in Celle 41 Treinenbataljon Opgericht. De geschiedenis van dit ondersteunende bataljon was niet lang. De opheffing volgde reeds in 1983. De taken werden toen overgenomen door drie nieuwe opgerichte zelfstandige eenheden, te weten 41 Geneeskundige compagnie, 41 Herstelcompagnie en 41 Bevoorradingscompagnie.

Opgetekend naar aanleiding van 25 jaar Nederlandse Troepen in Seedorf (Griffioen 1988).

Meer geschiedenis:

Uit de collectie van kapitein b.d. Gerard Gaarthuis

naar top↑