103 Verkenningsbataljon Staf-esk., li. 64/4
Begin augustus 1964, lichting 64/4, kwam ik voor mijn dienstplicht bij de Cavalerie Huzaren van Sietsema in Amersfoort op de Prins Willem III kazerne. Na 4 maanden basisopleiding kwam ik tijdelijk bij de Verbindingstroepen voor opleiding tot radiomonteur (2 maanden Hojel Kazerne en 1 maand Elias Beekman). Daar waren wel wat culturele problemen, bijvoorbeeld soldaten met legergroene baretten zeggen bij het appèl “Present Sergeant” terwijl Huzaren (zwarte baret) “Hier” zeggen.
Daarna ging ik terug naar Amersfoort voor een rijopleiding op een Nekaf. Na 2 weken moest ik plotseling naar de Huzaren van Boreel, 103 Verkenningsbataljon in Seedorf. Ik werd daar opgevangen door ‘de mas met de stalen ballen’, een opperwachtmeester waarvan werd gezegd dat zijn ‘zaakje’ er in Korea was afgeschoten.
Ik kwam daar bij het stafeskadron bij radio onderhoud voor de BOG. De eskadronscommandant was Majoor Dorser en later Ritmeester Kwinten. Ik heb de rest van mijn diensttijd (14 maanden) in Seedorf doorgebracht.
Het 103 Verkenning had AMX tanks met een (te) zwaar kanon. Tijdens de schietseries op de Lüneburgerheide, moesten radiomonteurs constant stand-by staan omdat bij ieder schot de AMX een eind de lucht in vloog waartegen de radio’s vaak niet bestand waren.
“Wer schmeisst geht raus!”
In de vrije tijd gingen we naar het KMT of PMT achter de legerplaats, naar onze eigen eskadronsbar of naar de bioscoop op de legerplaats. Ook gingen we naar “Inge”, een kroeg in de buurt die vernoemd werd naar de dochter van de eigenaresse ‘die Mutti’ (…wer schmeisst geht raus!). Dansen deden we in het weekend in Selsingen of Bremervörde en winkelen of naar de kapper in Zeven, een dorpje in de buurt van Seedorf.
De Lüneburgerheide is een schitterende omgeving om te wandelen. De WZZ organiseerde af en toe excursies bijvoorbeeld naar Hamburg, Bergen-Belsen, het Harz gebergte, etc.
Begin mei 1966 zwaaide ik, na 21 maanden, alleen af. Bij de staf is het namelijk continue opkomen en afzwaaien van individuele personen, in tegenstelling tot een gevechtseskadron waarbij de hele ploeg gelijk opkomt en afzwaait.
Van mijn oude dienstkameraden zijn er enkelen reeds gestorven en van een aantal weet ik de namen niet meer. Ik ken nog de namen Jan van Wel uit Dubbeldam, Jacques Thijssen uit Groesbeek en mijn opleidingsmaatje Hans van Breda uit Beusichem.
Ik heb goede herinneringen aan Seedorf. De gebouwen en uitrusting daarvan waren veel beter dan in Nederland. Bovendien kreeg je ‘veel’ meer geld (4,25 DM/dag) dan in Nederland en de sigaretten waren daar belastingvrij…
naar top↑