Een winter wonderland? Nu even niet…
Gepubliceerd in “De Punt” (maart 1971)
Tijdens onze wintersportvakantie (waar vooral de sneeuw ontbrak) was Klaas Huisman druk in de weer om alle feiten vast te leggen voor een uitgebreide reportage, die hij zelf overigens niet kon afronden omdat hij nog datzelfde weekend met spoed werd opgenomen in een plaatselijk ziekenhuis. Gelukkig is het allemaal goed afgelopen… In afgeslankte en enigszins bewerkte vorm kun je het reisverslag hier nog eens nalezen… We vertrokken die donderdag zoals gepland om 13.30 uur vanaf de kazerne naar het plaatsje Lautenthal.
Donderdag 4 februari 1971
Na onze spulletjes in de theaterzaal van Hotel Rathaus gelegd te hebben gingen we naar het restaurant waar het eten iets langer op zich liet wachten dan we verwacht hadden, en de uitgehongerde meute zich de pommes-frites uiteindelijk goed liet smaken. Na het eten trok eenieder erop uit om het dorp te verkennen.
De avond werd verder voortgezet in het hotel omdat er in het dorp niet veel te beleven was…
Vrijdag 5 februari 1971
De dag werd begonnen met het ontbijt waarna we ons gereedmaakten voor een reis langs de zonegrens. We vertrokken omstreeks 8.20 uur naar Goslar. Daar aangekomen brachten we een bezoek aan een kazerne van de grenswacht waar we uitvoerig geïnformeerd werden. Enkele details: de gehele zonegrens is 1.346 km lang. Op Pinksteren 1952 ging men de ‘Dodenstreep’ toepassen; zodra deze werd overschreden werd er geschoten. Voordat de “muur” bestond waren er 3 tot 5 vluchtelingen per jaar, en tijdens het bestaan van die muur zijn het er in het district Goslar zo’n 30 tot 50! Het district bestaat uit 85 km bewaakte zone. Als er iets gebeurt kan men binnen een half uur ter plaatse zijn; vanaf de Oost-zijde kan dit zelfs binnen een kwartier. De Oost-Duitsers hebben verder de zone versterkt met 1.182 km prikkeldraadversperring, 95 km metalen hekken met struikeldraad, 780 km mijnenvelden, 500 km tankgrachten, 85 km verlichtingsbanen, 260 km versperring met bewaking van honden en 1.105 tweepersoons bunkers. Alleen al in het district Goslar telt men 35 houten en 22 betonnen uitkijktorens, aan de gehele zone bevinden zich 838 uitkijktorens.

Vanuit Goslar zijn we langs de zonegrens gereden en stopten in Eckental. Daarna werd de tocht vervolgd naar de Eckentalsperre, een stuwdam die halverwege gescheiden was door een betonnen muur. De rondrit werd voortgezet naar Torfhaus en verder naar Wurmberg, waar we ons een uur mochten ophouden. De helft maakte daar gebruik van de kabelbaan om de omtrek te verkennen, maar door een dichte mist was daar weinig van te zien…
De bus bracht ons vervolgens naar Claustal-Zellerfeld waar een museum werd bezocht, en om 16.15 uur vertrokken we weer naar het hotel waar we na ongeveer drie kwartier arriveerden. Na de indrukwekkende excursie van die dag werd de gezelligheid hervonden in het kaarten en drinken van bier.
Zaterdag 6 februari 1971
Na een onrustige nacht kwam men die dag niet vroeg uit zijn baal. Rond een uur die middag werd het eten opgediend. Naar Duits recept dat goed in de smaak bleek te vallen. Na de maaltijd was er een bus beschikbaar die belangstellenden naar Sonneberg (St. Andreasberg) bracht; de enige plaats in de omgeving waar nog wat sneeuw viel te bespeuren.
De kaderleden reisden per eigen vervoer, waren eerder op de plaats van bestemming en zagen kans nog wat skies te huren. Toen de bus arriveerde visten de jongens achter het net. Geen skies meer, omdat de sneeuwlaag niet dik genoeg was en er vervaarlijke rotsen boven het sneeuwdek uitstaken. Kortom: te gevaarlijk!
Een korte bloemlezing over degenen die wél op de latten hebben gestaan: Kapitein De Wit suisde naar beneden als een volleerd skieër en kwam er zonder kleerscheuren van af. Majoor Bodar wilde het ook eens proberen, maar doordat het stuurmechanisme (voetenwerk) defect raakte belandde hij uiteindelijk in een denneboom. Zijn vrouw moest hem uiteindelijk uit deze benarde positie bevrijden.
Vaandrig Heijzen drukte in het voorbijgaan drie kinderen tegen de vlakte. Even later ging hij zelf ook.
Sergeant Poot dacht wellicht tot een stuntteam te behoren en overmoedig drukte hij een belangstellende letterlijk en figuurlijk in de ijslaag. Grote hilariteit onder de toeschouwers natuurlijk…
Tegen vijf uur die middag vertrok de bus naar Goslar waar de nodige cafe’s en dancings werden bezocht.
Zondag 7 februari 1971
De ochtend werd aangevangen met een ontbijt, om 11.00 uur gevolgd door een koffietafel. De middag werd door de meesten doorgebracht in de onbesneeuwde bergen van Lautenthal. De vakantie werd afgesloten met een rijstmaaltijd die door enkele compagniegenoten werd bereid met hulp van de koks Nol en Louie, onder toeziend oog van SMI Van Ekeren. Die moet er eentje toegeknepen hebben tijdens het klaarmaken van een salade, zo onthullen de beelden van Seedorf: the Movie. Waarom roeren met een lepel als het ook met de handen kan?

Tijdens het Harz-weekend werd ook de opinie gepeild onder de deelnemers. De reis was immers niet gratis; er moest 20 Mark voor worden neergeteld. Maar kreeg men waar voor zijn geld?
Zeventig procent vond van wel, 30% was teleurgesteld. Het eten scoorde beter: 97% heeft er van genoten, terwijl 3% liever thuis at. Hoogtepunten uit deze vakantie laten zich als volgt vertalen: 27% in de bergen van Lautenthal, 23% koos voor Goslar, 9% met schaken, 9% genoot van de ski-capriolen van majoor Bodar, 8% werd aan het voedsel toebedeeld, 7% sprak zijn voorkeur uit voor het bezoek aan de zonegrens, 7% voor het skieën, 5% het uitstapje naar Langesheim en 5% vond de gehele vakantie “het einde”.
Aanbevolen:
Hier vind je de filmbeelden van dit uitstapje.
Terug naar hoofdstuk de Komma en de Punt