De schaatscrack van de B. Compagnie
Uit de Komma-Kontaktkrant van 23 maart 1974
Henk Portengen, die man die vier jaar geleden deel uitmaakte van het 41 Genie Batataljon B. compagnie, die op het Militaire Schaatskampioenschap 1971 een eervolle tweede plaats behaalde, heeft nu ook landelijk naam gemaakt! Hij is namelijk winnaar van het Heineken Schaatstoernooi 1974, waarvan de laatste wedstrijd werd geschaatst op donderdag 14 maart jl.
Onderstaand de tekst van een radio-interview dat Theo Koomen had met Henk en op 14 maart werd uitgezonden in het programma Tros Sporttijd op Hilversum 3.
Koomen: “Goedenavond dit is Assen, waar zo’n 3.500 mensen getuige zijn geweest van de finale van het Heineken Toernooi, een geweldig festijn dat ook bijgewoond is door de bestuurder van de K.N.S.B., door allerlei officials, kortom door iedereen die wat met het schaatsrijden te maken heeft en van schaatsrijden houdt. Iedereen is toch wel tot de overtuiging gekomen dat het lange afstandswerk toch wel tot de sport van de toekomst gaat uitgroeien. Het kan voor het publiek wel aantrekkelijk gaan worden – het is nu niet altijd aantrekkelijk – want ik heb de indruk dat er toch nog te weinig gedemareerd wordt, en daarover kan waarschijnlijk ook Henk Portengen, winnaar in het algemeen klassement bij de heren A, wel het een en ander vertellen.”
Henk: “Ja, ik heb vanavond ook niet zoveel gedemareerd, want toen die jongens halverwege de koers die ronde namen, was dat voor mij natuurlijk wel een veilige geruststelling dat de eindprijs mij niet meer kon ontgaan.”
Koomen: “Ja, ik mag dan wel even zeggen, jij moest natuurlijk verdedigend rijden want jouw voorsprong was zodanig dat je dus niet in de aanval hoefde te gaan. Maar nu in zijn algemeenheid, dat lange-afstandrijden is nog niet helemaal volwassen zou ik zeggen.”
Henk: “We moeten er nog helemaal in groeien, we moeten er gewoon keihard tegenaan gaan, afspraken moeten we helemaal niet maken. Je moet gewoon voor jezelf willen winnen en geen gedonder van afspraken en dergelijke. We gaan er gewoon keihard tegenaan, dan krijg je ook de mooiste wedstrijden, dan krijg je werkelijk dat afzien en dat knokken, en de sterkste wint.’
Koomen: “Grote toekomst, dat rijden hè?”
Henk: “Ja, het gaat zonder meer een grote toekomst tegemoet. Ik zie dat het hier het lange baanrijden gaat verdringen. Ik zie het somber in voor Sofie (Westenbroek) en ik zie het echt veel meer en het geeft mij ook veel meer bevrediging, wat dàt ben ik met Sofie eens, ik vind dit het werk waar je veel meer in kunt knokken en kunt afzien. Degene die op kop ligt, die wint! Ik heb nu zeven jaar klassementwedstrijden gereden, maar ja, het is voor mij niet die bevrediging als dit, een beetje link rijden en een beetje met het koppie rijden, dat spreekt mij meer aan.”
Koomen: “Nou, ik weet niet hoe het u vergaat dames en heren, maar het is net of je Eddy Merkx hoort. Henk Portengen dus winnaar van het Heikenen Toernooi met 63,3 punten, tweede Martin Hoekstra met 60,2, derde Van der Weide met 45 punten, vierde Johan Wardenier met 42,1 en vijfde Dries van Wijhe die gelukkig weer kerngezond is en vanavond hier op de tribune zat met 37,2 punten.”
“Ik heb bewezen dat ik wat kan”
Tòch Henk Portengen. De frêle man uit Diemen had het halverwege de koers in de finalewedstrijd van het Heineken Schaatstoernooi, dat op het kunstijs van Assen werd afgewikkeld, al gezien. Portengen, glansrijk eindwinnaar, na afloop: “Het was een kolfje naar mijn hand dat Hans van Helden en Gerrit Woudenberg toen een ronde voorsprong namen. Ik begreep dat niemand meer bij zou kunnen komen. Op dat moment was ik al winnaar en zo voelde ik het ook. Ik begrijp alleen niet dat Hoekstra na de ontsnapping van die twee niet als een gek is gaan rijden. Hij was op dat moment de enige die alles had moeten verliezen”.
Eindspurt
De finale werd een duel met weinig strijd. De incidentele uitlooppogingen stelden weinig voor en duidelijk werd dat voor verreweg de meesten, zoals ook al vorige week tijdens de negende wedstrijd in Alkmaar bleek, het seizoen al lang niet meer hoefde. Portengen: “Natuurlijk ben ik blij, maar ik heb de laatste helft van de koers mijn zege al verwerkt. Ik sta er nu vrij nuchter tegenover.
Zaterdag in Amsterdam nog een wedstrijdje, de revanche van de Finnair-cup en dan zit het er tot volgend jaar weer op (Henk eindigde hierin als zesde). Ik ben vooral blij dat ik eindoverwinnaar ben geworden, omdat ik de anderen daardoor heb laten zien dat ik wel wat kan.
Vorige week in Noorwegen, tijdens de Elfstedentocht in Lillehammer was er nog al wat kritiek van de anderen op mij, dat ik niet op de 190 km startte, maar op de 70 km, die ik won.
Maar ik ben niet op de 190 gestart omdat ik zo goed stond in het Heineken-klassement, zodat ik niets wilde riskeren. Ik geloof, wanneer ik wél met de anderen had meegedaan, ik volledig in elkaar gestort was. Ik heb nog nooit zo’n lange afstand gereden, dus ik keek wel mooi uit. Wat niet wegneemt dat ik hun grieven wel kan begrijpen. Ik hoor bij die jongens thuis, dus normaal had ik die 190 km ook moeten meerijden. Maar volgend jaar start ik alleen nog maar op de langste afstanden.”
(Fragmenten uit een interview van Telegraaf verslaggever Ad Brakkenhoff met Henk Portengen, naar aanleiding van diens zege op het Heineken Schaatstoernooi op 14 maart 1974).
Titelfoto: Henk (links, nr. 58) tijdens de Elfstedentocht op 26 februari 1986 (Creative Commons)
Terug naar hoofdstuk de Komma en de Punt