De eerste jaren

De B. Compagnie van het 41 Geniebataljon (1970-1972) had zijn Komma, de legerplaats beschikte over de Griffioen; een weekblad dat niet alleen de feitelijke doelgroep op de kazerne bediende, maar daarnaast ook informatie bood aan de gezinnen van het beroepskader die in Zeven, Hohne, Langemannshof e.o. woonachtig waren.

Elke week B. Alen

Naast het programma van de filmzaal, de puzzel, het parochiebulletin en andere Seedorfse nieuwsfeiten, was er ook ruimte voor een vaste column over de soldaat Bernard Alen, onder de titel B. Alen. Erg herkenbaar voor de dienstplichtig militair. Menigeen zal dan ook gedacht hebben dat de wekelijkse verhaaltjes afkomstig waren van een of andere anonieme veldsoldaat, want Bernard kon zich soms behoorlijk afzetten tegen het gezag.

Maar de vaste schrijver van Bernard Alen bleek Adjudant H. Flierman te zijn, die tussen 1966 en 1970 zorgde voor een regelmatige aanvoer van stukjes over deze onbegrepen soldaat die altijd problemen had met “de dubbele” (sergeant). De bewust gemaakte taalfouten bleken bij te dragen aan het succes van de serie. Onderstaand twee willekeurig gekozen verhalen van onze held, van wie velen zich de beeltenis vast nog wel kunnen herinneren.

Bernard Alen over de oefening “Torenvalk”

Forige keer hat ik nog iets willen fertellen over Torenvalk, maar dat is door de komst van de nieuwe generaal er bij ingeschoten. Een ding sit me niet lekker en dat wou ik tog wel effe luchten hier. Er sijn een heleboel maten die denken dat het op oefening verboden is om sich te wassen.

Vroeger hebben se mijn geleert dat je neus an je kop sit om te ruiken en dat je voeten dienen om te lopen. Maar bij Torenvalk hadden een heleboel lui de zaak omgedraaid. Daar liep de neus en roken de voeten. Nou dacht ik dat we tijdens de oefening tog wel voldoende water hebbe gehad om je kakkies te wassen. Je hoefde ze alleen af en toe ’s nachts maar onder het zeil door te steken.

Hadden we daar een paar mannen in de kompie uit de agrarische sector met een paar fuile hoeven, dat was heel bar. Seg ik tegen de ene, je hep wel een paar vuile poten, maar nog niet so erg as je maat.

Hij segt, nogal een kunst, hij is bijna een heel jaar ouwer as ik.

Nou sjuus dan.

De geranium

Bernard is nou bepaalt geen vilosoof of een spigoloog of zo. Maar probleme bennen der wel. Gister krijg ik ofer de feltpost een brief fan me eige Alie. Nou sal je denke as gesonde jonges: die boft. Niks as ellende!

Se scheift: ik ben so ferdrietug want me geranium is doot gegaan. Dat sit nameluk so. Kijk, soals ik al sei, als je sofer fan je meissie fandaan sit of legt, dan hebbie et wel eens moeilijk. Dan sijn er avonde, dat je denkt effe een afond lekker fergete. Dan stap je in een taksie, je laat je duur wegrije en na een uur weet je niet meer wat onder of bofe is. De andere dag weet je niet meer wat er allemaal so gebeurt is. Je mot je dan trouwes wel op het heden konsertrere sodra je rechtop in bed gaat sitte…

Maar wat is ter nou gebeurt. In me forige ferlof heb ik Alie een geranium kado gedaan. Weke lang gaat et prima, en opeens worde de bladere bleek en hop, meneer gaat de pijp uit. Nou sit Alie dus sonder plant. Toen ik die brief gister gelese had, heb ik hondert mark in me agtersak gestopt en heb een taksie genome. Met Alie heb ik nou geen medelijden meer, maar hoe die geranium sich gefoeld heb kan ik me nou goed foorstelle…

Nou sjuus maar weer!

Verwante artikelen:

De Griffioen van toen (overzicht 1968-2003)
Het ‘wapen’ van Seedorf, Hohne en Langemannshof
Compagnieskrant “De Komma” (41 GN Bat. B. Cie 1970-1972)

Terug naar hoofdstuk Seedorf-gerelateerde informatie

klik hier

naar top↑