“Mooie herinneringen hebben de overhand”
September 1977 | Na een uitstel van zo’n anderhalf jaar werd ik opgeroepen voor het vervullen van mijn militaire dienstplicht in Ossendrecht. Het leek bijna als vakantie. Een mooie kazerne en de opleiding als chauffeur op een Nekaf-jeep was niet vervelend en iedere weekend gewoon naar huis was ook prima te doen.
Na een periode van twee maanden in Ossendrecht te hebben vertoefd en na het aldaar behalen van mijn militair rijbewijs werd de opleiding voortgezet in Harderwijk, de Jan van Nassau kazerne, dat was andere koek. Het opleidingscentrum Infanterie werd mijn thuishaven.
Op die plek kwamen alle opgeleide Nekaf-chauffeurs tezamen om een vervolgopleiding te volgen samen met een team van schutters. Schutters, waarvan er twee een plaatsje kregen achter op mijn jeep. Dat behoeft uitleg. Mijn jeep was ontdaan van zijn overkapping en achterop was een lanceerinrichting geplaatst voor een zg. TOW-(antitank) raket. Aan weerszijden was een bankje gemaakt waar mijn schutters dan een plaatsje hadden. Eigenlijk was het alles bij elkaar maar gammel veel te veel voor zo’n jeep, maar blijkbaar mocht het en kon het. Tezamen met nog een andere jeep, bestaande uit chauffeur en verkenner (wel gewoon overkapt) vormden we dan een duo waarmee de vijand dan werd verkend en tot actie werd overgegaan, mocht het nodig zijn.
In Harderwijk maakten we al snel letterlijk kennis met het fenomeen ‘zandhazen’ (de infanterie werd vaak zo genoemd). Wat hebben we vaak op de Veluwe vertoefd om ons daar alles eigen te maken.
Seedorf, een gevreesde naam
Januari van 1978 brak aan, het tijdstip dat ook onze opleiding in Harderwijk erop zat. We gingen paraat en wel… naar Duitsland, Seedorf. Een gevreesde naam, want dan kon je weleens erg lang van huis zijn. Het hele peloton wat zich gevormd had in Harderwijk ging in zijn geheel paraat daar op Duits grondgebied. Mijn eerste kennismaking met ‘puppen op de hei’ bij -18 graden Celsius.
Altenwalde was het oefengebied, en slapen in een tentje bestaand uit slechts twee aan elkaar geknoopte tenthelften was niet echt comfortabel. Maar goed, kamperen in de winter in de sneeuw kan dus blijkbaar ook. Vele momenten waren daar van ontbering. In mijn beleving was het altijd regen en/of kou daar in Seedorf. Ruitenwissers op mijn jeep hadden geen enkel nut en hielpen geen zier. Vaak was m’n ruit aan de binnenkant net zo nat als aan de buitenkant. En ja… lang van huis. Een periode van 5 weken was normaal en dan mocht je daarna voor een dag of 5 met verlof.
Woody Woodpecker
Ik maakte deel uit van het 42 Pantserinfanteriebataljon Limburgse Jagers, de Paost (pantser- en ondersteuning) compagnie en wij vertoefden in gebouw 7. Ik sliep met een 4-tal andere maten op kamer 5 van dat gebouw. Het onderscheidde zich van de andere door een grote afbeelding van Woody Woodpecker aan de voorkant op het raam. Dat was steeds ons thuis voor die lange van huis periodes. Vertier werd er dan ook gecreëerd.
Onderin het gebouw was een heuse bar gesitueerd. We hoefden enkel vanuit onze kamer de gang op, trappetje af en we waren er al. Veel lol gehad daar. In het weekend was er geen leiding en mochten we ook buiten de kazernepoort. Volgens mij moesten we wel vóór middernacht weer binnen zijn. We gingen op zo’n avond of naar ‘Mutti Muller’ of de disco ‘Maijer’s Tanz Palast’. Als we dan weer terug kwamen op de kazerne ging het feest gewoon door in onze Compies-bar. Wat hebben we vaak gelachen en lol gehad. Bier was er voldoende en ‘met mate’ werd volledig overboord gegooid. Het bier kon niet op, wat zich dan uiteindelijk manifesteerde in omgevallen kasten en een natte hoek op de kamer omdat iemand blijkbaar het toilet niet wist te vinden. Jeetje, als ik daaraan terugdenk. Het moest ook allemaal weer schoon en netjes zijn voor de maandagochtend.

Huiskamergevoel
Mooie herinneringen welke op dit moment wel de overhand hebben op de ontberingen welke ik heb gekend. Het thuis voelen op die plek werd ook wel gestimuleerd door de militaire tehuizen welke daar waren gevestigd. Die gaven je in je vrije avonden toch een huiskamergevoel in hun ambiance. Als het eten in kazerne een keer minder was, kon je daar voor een schappelijke prijs uit eten. Uitsmijters en snacks waren daar favoriet. Flipperen, biljarten en TV kijken was dan het vertier in deze tehuizen. De belangrijke Nederlandse programma’s (voetbal e.d.) werden daar aangeleverd op videoband. Nederlandse televisie-uitzendingen waren pas vanaf 1987 te ontvangen in deze regio.
Verder herinner ik me nog de filmzaal, waar ook weleens live werd opgetreden door Nederlandse artiesten en natuurlijk de belastingvrije winkels. De meeste LP’s welke ik nog in m’n bezit heb, komen daar vandaan. Al met al was het vaak afzien daar op de Duitse hei, maar ik heb er ook veel plezier gehad. Ik zou ze nog weleens willen ontmoeten mijn kamermaten Aad Groot, Frans Mertens, Peter van Dijk, John Katzenbauer, Dirk Stegwee, Fred van Mook en al die anderen… Het was een leuke tijd!
Henk Bosmans
Lichting 77/5
Het fotoalbum van Henk kun je hier bekijken