Aanvullende anekdotes
We reisden toen nog met militaire treinen (ouwe rotdingen) die geen voorrang hadden op de burger treinen. Op de kazerne moest je je opstellen in verschillende groepen. Een groep richting het zuiden, een groep richting randstad, een groep richting het noorden etc.
Op station Amersfoort werd je dan weer opgevangen door de MP en werd je weer ingedeeld in de groepen zoals ik al eerder vermeldde. Aangezien ik uit het noorden kwam had ik de pech dat de militaire trein naar Groningen een dik uur later vertrok dan bijvoorbeeld de trein naar Utrecht.
Vervoer
Daar hadden we een truc op bedacht. Een dag voor het verlof gingen we naar het station en kochten met onze vrij-vervoerpas een kaartje voor half geld naar Utrecht. De volgende dag met de groepsindeling, waar je altijd je kaartje moest laten zien, lieten we (je raadt het al) ons indelen in de groep naar Utrecht.
Eenmaal op het station gekomen pasten we nog een truc toe. Op het perron had je in het midden de toiletten waar je van twee kanten in kon. We gingen dan ter hoogte van deze toiletten staan zogenaamd wachtend op de trein naar Utrecht en als de MP’s even niet opletten doken wij de toiletten in en gingen er aan de andere kant weer uit want daar kwam de burgertrein naar Groningen die een half uur eerder vertrok. We gingen dan in de trein naar het toilet en sloten ons daar op totdat de trein vertrok. Je wist maar nooit of er een MP een blik in de trein zou werpen. Als gevolg van deze truc was ik een uur eerder thuis. Het ging eigenlijk nergens om maar het was gewoon de kick. Er lag bij mij in de compagnie een jongen die het nog slimmer aanpakte. Hij woonde in Farmsum wat aan mijn woonplaats Delfzijl grenst. Hij toonde via een busboekje aan dat de laatste bus vanaf station Delfzijl naar Winschoten, die via Farmsum reed om 22.00 uur vertrok. Hij mocht dan ook twee uur eerder weg om deze bus te kunnen halen. Een mooie, werkende truc als je bedenkt dat het vijf minuten lopen is naar Farmsum vanaf het station. Een meesterlijk bedacht plan.
In Seedorf had je na elke 5 weken een week verlof. Op vrijdag ging je met verlof en de donderdag erop moest je weer terug. Op de heel vroege vrijdagmorgen vertrok je dan vanaf de kazerne naar station Godenstedt. Toch nog een behoorlijke wandeling vanaf de kazerne. De militaire trein bracht je dan, in mijn geval, naar Enschede. De ellende was dat deze trein nergens voorrang had en overal moest wachten. De trein stond dus vaak stil. Onderweg kregen we in de restauratiewagen om toerbeurt een warme maaltijd en werd er koffie geschonken. Het eten was meestal niet te vreten en de koffie niet te zuipen.

Dit betekende dat we de dag voorgaand aan het verlof in de kantine of compagniesbar veel snoep, gevulde koeken en bierworstjes insloegen. In Enschede aangekomen nam ik dan de trein naar Zwolle en dan naar Groningen en aan het eind van de middag, begin van de avond, was ik dan thuis in Delfzijl. In feite waren je eerste dag en je laatste dag van de verlofweek reisdagen waar je niets aan had. Later heeft men dit alles veranderd en gingen de militairen die boven Zwolle woonden met de bus(sen) vanaf Seedorf. Het eerste voordeel was dat je niet meer naar station Godenstedt hoefde te lopen. De bussen vertrokken bij poort Noord. Je vertrok net zo vroeg als de trein en onderweg werd er gestopt in Bad Zwischenahn voor een bak koffie. We hadden ook allemaal een lunchpakket bij ons. Ik weet het niet precies meer hoe laat, maar we waren behoorlijk vroeg in Winschoten en daarna ook behoorlijk vroeg thuis in Delfzijl. Het scheelde toch behoorlijk ten opzichte van de treinreis. Ook had ik een keer het plan opgevat om te gaan liften maar dat is me slecht bekomen. Ik was veel later thuis dan anders. Nooit meer doen dus.
Piketdienst
Om de zoveel tijd had een compagnie in Seedorf een week (zeven dagen) piketdienst. Dat betekende wachtlopen, brandpiket, eetzaal dienst al dat soort dingen. Het brandpiket had een leuke bijkomstigheid. Zij moesten elke avond naar de filmzaal i.v.m. het eventueel uitbreken van brand. Dus gratis film kijken.
Eetzaal dienst hield in: aardappels schillen, tafels schoonmaken, afwassen etc.
Wachtlopen was de minst leuke bezigheid. Je kreeg in 24 uur geen slaap tenzij je een goede wachtcommandant had. Die stond dan toe dat je wel even mocht pitten in een lege cel als je een vrije wacht had. Je stond op wacht bij de poorten, bij de doorgang naar de Militaire huizen en bij het munitie depot. Deze lag ergens buiten de kazerne midden in een bos en daar werd je dan heengebracht met een jeep. Als je daar dan midden in de nacht alleen de wacht hield was het heel donker en sinister stil en af een toe hoorde je een krakend takje. Na twee uur was je blij dat je werd afgelost.
Welzijnszorg
Rechts achter ons gebouw stond het gebouw van de WZZ. Hier kon je van alles kopen. Onder andere ook LP’s die men inkocht bij de Amerikaanse kazernes in Bremerhaven. Ze kostten ons tussen 2,50 en 10 Mark. Op een gegeven dag kwam ik daar de tweede LP van Bob Dylan tegen. Ik kende deze man geheel niet en dacht laat ik de gok maar wagen, betaalde er 7,50 voor en nam hem mee. Deze Bob Dylan heeft vanaf dat moment mijn muzikale leven en smaak bepaald. Hij is nog steeds mijn absolute favoriet.
Ook hadden ze in het WZZ gebouw oefenruimtes met gitaren, versterkers, drumstellen etc. Er waren in mijn tijd in Seedorf een aantal bandjes die gratis hiervan gebruik mochten maken. Er waren zelfs bandjes bij die in het weekend in de buurt optredens verzorgden tegen een vergoeding. Deze vergoeding ging dan in de pot van het WZZ voor onderhoud e.d. van het apparatuur etc.
Rijbewijzen

Alle chauffeurs konden bij hun afzwaaien een tegen een gering bedrag, ik meen 10 gulden, hun militair rijbewijs laten overschrijven naar een burger rijbewijs. Ook als je vrachtwagenchauffeur was kreeg je gewoon rijbewijs B-E behalve de chauffeurs die 10-tonners reden die kregen ook nog een vrachtwagenrijbewijs.
Nou wil het geval dat in onze compagnie een motorordonnans zat. Die zou dus een burger motorrijbewijs krijgen.
Maar zijn motor was altijd stuk en het lukte niet om vanuit Nederland en vervangende motor te krijgen. Dat was mij en voor iedereen onbegrijpelijk. Maar om een burgerrijbewijs te kunnen krijgen moest je een zeker aantal kilometers hebben gereden. Dat was voor onze auto chauffeurs geen punt, die haalden dat gemakkelijk, maar onze ordonnans niet. Maar men vond de oplossing. Er werd een motor geleend van een andere compagnie. Onze ordonnans kreeg geld voor benzine mee en hij moest net zolang door Duitsland toeren tot hij zijn aantal kilometers had bereikt. Hij gelukkig en kreeg dus uiteindelijk ook zijn burgerrijbewijs.
Smokkelen
Gezien het feit dat we in Seedorf tabak en sigaretten belastingvrij konden inkopen was het een uitgemaakte zaak dat er gesmokkeld werd. Je mocht per week vijf pakjes tabak (gratis vloei) of 1 slof sigaretten (10 pakjes) kopen. Ik kocht vijf pakjes tabak waar ik zes weken van kon roken. Dus in de volgende vier weken kocht ik per week een slof sigaretten. Wanneer ik met verlof ging had ik vier sloffen sigaretten. Deze smokkelde ik dan mee in de Militaire trein. Gewapend met schroevendraaiers werden in de coupé, waar je zat met je dienstmakkers, alle mogelijke panelen losgeschroefd en de smokkelwaar verstopt.

Een behoorlijk eind voordat je de grens passeerde stapte steevast douanebeambten op de trein. Deze waren heel tolerant en stelden alleen de vraag of je nog iets aan te geven had en daarmee was de kous af. Ze hadden zelf ook meestal in het leger gezeten en wisten hoe het zat. Op de grens stapte de douane weer van de trein en de panelen werden weer losgeschroefd en de smokkelwaar verdween in onze tassen. Maar het ging ook wel eens mis, waarschijnlijk door een hele fanatieke douanecommandant die denk ik een stapje hogerop wou. Zo maakte ik dus mee dat de douane eerder instapte dan normaal. Gewapend met schroevendraaiers en ander gereedschap werden in alle coupés alle panelen losgedraaid en de smokkelwaar in beslag genomen. Niemand van de soldaten in de coupés wisten hoe de smokkelwaar achter die panelen kwam. Iedereen deed of zijn neus bloedde. Als je zou zeggen dat het van jou was riskeerde je een fikse boete en was je je smokkelwaar ook kwijt. Zwijgen was het devies. Toen we in Oldenzaal arriveerden stonden we langer stil dan normaal. Er verschenen karren op het perron en alle smokkelwaar werd hier op geladen. Honderden sloffen waaronder ook de mijne…
Tot slot…
Ik wilde aanvankelijk niet in het leger maar gezien er dienstplicht was in Nederland had ik geen keus. Ik had ook geen zin om mij met allerhande trucjes te laten afkeuren. Mijn twee oudere broers waren allebei ook in dienst geweest en gezien mijn derde broer boven mij werd afgekeurd kon ik geen aanspraak maken op broederdienst, dus vrijstelling. Helaas. Je hoorde in die tijd wel allerlei verhalen, maar 99 procent van die trucs mislukten aangezien het keuringspersoneel ook al deze trucs kende. Ik zal ongetwijfeld nog wel wat vergeten zijn en als ik me dingen weer herinner zal ik dat graag aanvullen. Verder wil ik alle dienstmaten uit mijn compagnie bedanken voor een prachtig jaar Seedorf. Ik had het voor geen geld willen missen.
Heinz Verstappen
Lichting 64/2 en als gewondenverzorger ingedeeld bij 41 Genie Bataljon, A Compagnie, Lpl. Seedorf.
Oktober 2013
Meer interessante dienstherinneringen en anekdotes vind je in het hoofdstuk Verhalen